Constante stemkwaliteit
Iets meer dan de helft van de deelnemers aan Leids onderzoek meldt drie jaar na de operatie: Constante stemkwaliteit
Elf van de eenentwintig onderzochte patiënten met focale dystonie ervaren drie jaar na de operatie nog steeds een stabiele stemkwaliteit. Van de tien patiënten die een tweede operatie hebben ondergaan ervaren drie patiënten een jaar later hetzelfde. Dit blijkt uit de voorlopige onderzoeksuitkomsten van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), die binnenkort worden gepubliceerd.
Het LUMC heeft de afgelopen drie jaar eenentwintig patiënten onderzocht, die een operatie hebben ondergaan aan de stembanden. Tijdens deze operatie wordt een deel van de stembandspieren met behulp van een laser verwijderd. Hierdoor ontstaat een relatieve luchtlekkage, wat maakt dat een geknepen en persend stemgeluid verdwijnt. Van de eenentwintig patiënten waren elf patiënten na één ingreep tevreden. Tien mensen hebben een tweede operatie ondergaan, omdat na een aanvankelijke verbetering, de stemkwaliteit na gemiddeld een half jaar toch weer was afgenomen. Zo’n jaar na de tweede ingreep werd bij zeven van deze tien de stem weer minder. Bij drie van hen had de tweede ingreep wel het gewenste resultaat: een betrouwbare stem. Dat is volgens de deelnemende patiënten prettiger dan de wisselende stem bij botulinetoxine injecties (bijwerkingen, effect, uitwerking). De zeven patiënten, die geen verbeteringen hebben
ervaren door de operatie, konden alsnog terugvallen op de botulinetoxine injecties.
Vervolgonderzoek
Wat goede indicaties zijn om te kunnen voorspellen of een operatie zinvol is bij een patiënt, is nog niet duidelijk. Een verrassend resultaat was dat 33 % van degenen die de operatie ondergingen geen baat had bij zowel de eerste als tweede operatie. Dat percentage is hoog, vergeleken met andere studies waar slechts 0 % tot 15 % van de patiënten geen verbetering ervoer na de ingreep. Een duidelijke verklaring hiervoor hebben de onderzoekers nog niet. Daarom is inmiddels een vervolgonderzoek gestart.
CT-scans
Met behulp van CT-scans gaan de onderzoekers van het LUMC kijken of de anatomische afmetingen van het strottenhoofd en de positie van de stembanden het succes van de operatie kunnen voorspellen. “Zo hebben mannen een groter strottenhoofd, maar minder ruimte tussen de stembanden, wat het hogere percentage mannelijke patiënten dat geen baat had bij de operatie zou kunnen verklaren. Ook kan littekenweefsel in het operatiegebied of aangegroeid zenuwweefsel de ruimte na de operatie weer verkleinen. Dat maakt dat de stembanden eerder tegen elkaar komen, waardoor het knijpende of persende stemgeluid terugkeert”, aldus arts-onderzoeker Juliët Schuering van het LUMC.
De resultaten van het vervolgonderzoek worden over ongeveer 2 jaar verwacht.